Sado lift Europa!

Xin de luyou

Het afgelopen studiejaar is weer snel voorbij gevlogen. En dan toch weer hoogste tijd geworden om te besluiten wat je dan gaat doen met je zomervakantie. In eerste instantie had ik het plan om via een zomerschool voor hoogvliegers in Azie te eindigen, maar helaas kwam ik niet door de eindselectie heen. Op zich niet zo\'n heel erg groot probleem, ware het niet dat die optie nu juist vooral financieel aantrekkelijk was. Want het blijft in mijn geval gewoon zo dat ik tegenwoordig mijn dagen slijt als arme student. Gelukkig bleken mijn ouders niet enkel bereid het ticket in het geval van de zomerschool voor te schieten, maar ook voor een eventuele andere invulling van een reis richting het oosten. Daar heb ik dus gebruik van gemaakt, en ben op het volgende uitgekomen.

8 Juli vlieg ik richting Tokyo, om vervolgens tot de 30e in Japan te verblijven. Daarna vlieg ik door naar Hong Kong, om dan op de 27e van augustus terug te vliegen vanaf Peking. Gezien het feit dat ik waarschijnlijk met een bankrekening in het rood Japan binnen ga vallen, zal ik als vanouds gebruik moeten maken van de vrijgevigheid van de mensen, mijn tent en mijn duim. Maar na 4 weken op 200 euro door Europa te hebben gelift heb ik geen twijfels dat ook deze reis wel goed gaat komen. Bovendien zal het tweede deel van de reis, China, bij lange na niet zo duur zijn als het eerste deel. Ook al is de euro in de afgelopen jaren zwakker geworden ten opzichte van de yuan is hij juist weer hersteld ten opzichte van yen. Dat komt dus goed uit, want ik kan me herinneren dat de vorige keer Japan, ook al liep ik alles en sliep ik zo veel mogelijk in tent, toch behoorlijk duur uitviel omdat een mens toch moet eten en drinken. Maar goed, dit wordt dus weer een reis zwerver-style.

Ik wil wel graag gebruik maken van enkele dagen in Tokyo om weer eens de stad te bekijken. Met name natuurlijk de Tokyo Sky Tree, die ik wel meerdere malen in de aanbouw heb gezien maar nooit af, staat hoog op de lijst. Bovendien is het tijd om weer eens wat frustratie en ellende van me af te schreeuwen in een reeks veel te lange nachtelijke karaokebezoekjes. Daarna reis ik af naar het goede, oude Mito om te kijken hoe het gaat met de inmiddels voor iedereen die dit leest wel bekende meneer Hoshimi en zijn vrouw Hiroko. Ik heb wel regelmatig contact met ze op facebook, maar toch zou ik wel even willen zien hoe het gaat. De tsunami en de gevolgen van deze, vooral met Fukushima op een slechts kleine afstand, zal vermoedelijk wel een grote impact gemaakt hebben. Een leerlinge van Hoshimi, die vorige maand in Nederland was en met wie ik Kinderdijk heb bezocht, wist mij te vertellen dat het lokaal in Ooarai waar Hoshimi zijn kleiles geeft onder water stond. Niet zo gek ook, want Ooarai ligt direct aan de getroffen kust - een paar jaar geleden nam ik van dat plaatsje de boot naar Hokkaido.

Ook Hokkaido is dit maal weer het doel, maar dit keer zal ik niet per boot gaan. Ik zal vanaf Mito waarschijnlijk naar het noorden liften, tot Iwate, om daarna in verband met het afgesloten Fukushima naar de westkust af te buigen. Vanaf Niigata kan ik dan noordwaarts liften om uiteindelijk een boot te pakken naar Hokkaido. Of ik een bezoek ga brengen aan het rampgebied weet ik nog niet zeker; dat zal liggen aan hoe ik me er ter plekke onder voel. Zeker is in ieder geval dat ik in Hokkaido een rondje wil liften om enkele nationale parken aan te doen. Hokkaido is wat koeler dan de rest van Japan, met een klimaat dat op de onze lijkt. Deze verkoeling zal welkom zijn, want Japanse zomers zijn qua temperatuur niet mis. Veel Japanners reizen in de zomer naar Hokkaido af op te genieten van de ongerepte natuur. Ik hoop dat ik aldaar nog wat interessante mensen tegen het lijf mag lopen.

De 30e vlieg ik dan vanaf Sapporo Chitose naar Hong Kong. Daar wil ik wat vrienden die ik al jaren ken van internet ontmoeten, maar ook de persoon die uiteindelijk (van filosofie) wel voor de zomerschool is gekozen bezoeken om te kijken hoe hij Hong Kong ervaart. Aangezien hij ook wel van hoogbouw houdt kunnen we elkaar gek gaan maken. Hong Kong is een dure stad, maar ik zit inmiddels al weer een paar jaar opgescheept met een flinke stapel Hong Kong dollar, dus dat is mooi het moment om die uit te geven. Zodra ik zin heb ga ik dan de grens over naar het vasteland van China, om dan via het binnenland (waarschijnlijk over Chongqing, Chengdu en Xian) naar Peking af te liften. Dit is ook geen kleine afstand, ik gok een dikke 3000 kilometer af te moeten leggen. Ik heb niet zomaar voor China gekozen; ik leer inmiddels nu toch alweer zo\'n dikke 2 jaar Chinees, maar ik heb nog geen enkele kans gehad om het er eens in te laten slaan op de manier waarop ik pas echt Japans leerde toen ik in Japan rondliftte. Als je geen andere keus hebt dan Chinees te praten, dan pik je het enorm snel op. Veel sneller dan je kunt met een language exchange, waarmee je toch uiteindelijk de hele tijd Engels zit te praten. Vier weken afhankelijk zijn van plattelandschinezen gaat vast en zeker de impact op mijn Chinees hebben die ik momenteel nodig heb. Liften lijkt niet echt een gebruik te zijn in China dus dat zal wel weer de nodige nieuwe uitdagingen opleveren, maar ik weet zeker dat ook daar genoeg mensen zijn die een gestoorde buitenlander wel uit de brand willen helpen.

Ik neem aan dat ook dit keer veel mensen als het ware onderdeel zullen worden van deze reis. De mailinglijst groeit in ieder geval gewoon door, en mensen blijven de oudere verhalen driftig lezen. Omdat ik weet dat mensen de neiging hebben fotoruimte voor mij te kopen (wat ik als gebaar wel waardeer maar waar ik eigenlijk niet heel veel aan heb) wil ik graag weer een donatiepotje openen. Zoals ook voorgaande jaren zal ik voor de mensen die mij sponsoren een kaartje sturen. Ditmaal vanuit Peking, zodra de liftreis erop zit. Het opgehaalde geld zal ik besteden aan het aanschaffen van een nieuwe camera (de oude heeft zijn beste tijd helaas wel gehad) waarmee ik een hoop foto- en filmmateriaal wil schieten. Mensen die hier in zijn geintresseerd weten mij denk ik wel te vinden.

Shikokubyou

Bratislava uitkomen was niet zo eenvoudig als ik had gedacht, en ik dacht meteen terug aan de woorden van de man die me de lift had gegeven vanuit Brno. Slowaken karden gewoon voorbij zonder verder al teveel van mij aan te trekken. Ik was terug gelopen naar het winkelcentrum waar ik er de vorige dag was uitgezet en besloot het vanaf daar te proberen. Iemand van de platsoenendienst kwam naar me toe en vertelde me dat ik compleet verkeerd stond. Hij wees naar zijn busje en ik stapte in. Een paar meter verderop zette hij me eruit, na een overpass te hebben genomen naar de andere kant van de weg. Ik keek het even aan en besloot toen dat deze plek niet zou werken, auto's konden er naar mijn idee niet stoppen. Dus besloot ik Oostenrijk in te lopen (dit klinkt veel spannender dan het is, want het is maar twee kilometer tot aan de grens) en daar vanaf het grenskantoortje te liften. Dit bleek een slecht idee te zijn. Na twee uur was er nog niet eens een auto gestopt om te informeren waar ik heen wilde, wat nog weleens gebeurt. Ik besloot aan de andere kant van de weg te staan, misschien stond ik wel gewoon fout. Maar ook daar na een uur maar gewoon opgegeven. Ik besloot terug te lopen naar de plek waar die vent van de platsoenendienst mij had achtergelaten, en daar trof ik tot mijn verbazing twee andere lifters aan. Ook met een bordje Wenen. 'Succes hierzo, ik heb net drie uur bij de grens gestaan, zonder succes', vertelde ik ze. Ze knikten lachend en ik liep verder. Toen ik aan het einde van de weg omkeek, waren ze verdwenen! Hadden ze dus gewoon een lift te pakken gekregen. Ik voelde me behoorlijk stom, en besloot het daar dan ook maar te proberen. En ja hoor, een busje stopte gewoon midden op de weg. Een Oostenrijker. 'Ik kan je naar de T-splitsing brengen waar de snelweg begint, kun je het daar proberen', zei hij.

Bij die T-splitsing duurde het nog geen vijf minuten. Een dikke BMW, met een rijke Oostenrijker erin. Zeer aardige vent. Zijn auto was echt heel erg gelikt. Hij vertelde mij dat het in Oostenrijk goed ging, ondanks de crisis. De laagste werkeloosheid binnen Europa. Hij beklaagde zich over het gat tussen de universiteit en de werkplek, en vertelde me dat hij liever meer betaalde voor iemand met ervaring dan een normaal salaris voor iemand net van de universiteit. Dit is voor onze generatie natuurlijk een vrij groot probleem. Mensen komen af van een theoretische studie en hebben geen flauw idee hoe het er in de praktijk er aan toegaat, waardoor velen werk onder hun niveau aan moeten nemen. Hij zat in de energy-business en vertelde me over de poging van Oostenrijk om over te schakelen op in het eigen land geproduceerde groene energie. Al 25% wordt op die manier opgewekt, maar ze willen doorstoten naar 70%. Het is echter binnen het huidige net moeilijk om energie op te slaan, waardoor mensen die hier de stekker in het contact steken allicht kernenergie uit een ander land gebruiken zonder het te weten. Tot zo ver dus groene energie, want je verbruikt dus net zo goed stroom die op andere manier is opgewekt. Maar ach, dat weten we allemaal al. Het hele eco-verhaal is niets meer dan een marketingstunt om het kapitalisme een doorstart te geven - dump je oude zooi die slecht is voor het milieu en koop nieuwe die minder slecht is voor het milieu. Nobody cares, we willen gewoon autorijden.

Hij zette me er in het centrum van Wenen uit, maar ik wilde niet in Wenen zijn, maar had als doel die dag Linz, waar mijn pelgrimsvriend Alexander woont. Hij had me echter wel naar de juiste weg gebracht dus kon zo (nou ja, binnen 30 minuten) het centrum uitlopen om aan de rand van de stad te gaan staan. Had mijn bordje nog geen vijf minuten omhoog of er stopte een auto. Het type wat Geert Wilders had land uit wil hebben. Stapte direct in en na wat tanken waren we onderweg. 'Al die Oostenrijkers hier, het zijn je reinste Nazis, allemaal. Ze vereren hier nog steeds Hitler. Buitenlanders haten ze. Ze zouden mij gewoon halfdood ergens laten liggen zonder een dokter te bellen of ook maar een vinger uit te steken. En die Duitsers zijn net zo. Als je geen Duitser bent, dan ben je niks. Ben je als Turk in Duitsland geboren, ben je hooguit een halfduitser, maar voor de rest zijn het gewoon allemaal fascisten', begon de man. Hij was 15 jaar geleden het oorlogsgeweld in Tsjetsjenie ontvlucht om zijn broer achterna te gaan. Die is nu manager van een bedrijf en woont in Amsterdam - heeft het dus flink gemaakt. 'Mijn broer woont in Nederland, is 20 jaar geleden verhuist. Studeerde. Leerde Nederlands en Engels', ging hij verder. We praatten met elkaar in beroerd Duits, maar konden elkaar toch prima verstaan. 'Nederlanders zijn toffe mensen, jij bent een goed mens, dat zie ik zo. Maar die lui hier, man. Ze haten me. Mijn broer heeft het flink gemaakt in Nederland. Zodra ik de kans heb verhuis ik ook naar Amsterdam'. Hij had het flink moeilijk. 'Misschien zijn er wel goede dingen aan Oostenrijk. Ik kwam hier psychologisch helemaal kapot. Had dingen gezien. Kinderen, met geweren. En het gaat nog steeds verder. Misschien is er officieel geen oorlog meer, maar elke dag blazen wij iets op bij de Russen, en zij iets bij ons. Ik kon zo terecht bij de therapeut. En hier is tenminste gewoon vrede. Maar die mensen hier, ze zijn gewoon te rijk. Ze willen niks meer delen. Ze willen geen mensen als ik in de ogen kijken', ging het verder. Hij had het over 9/11, over de wereld van nu, over van alles, maar ook over zichzelf, zijn zoontje. Hij gaf zijn telefoon, zodat ik niet met mijn eigen dure telefoon hoefde te bellen. 'Je hebt geluk dat je nog leeft. Vooral daar in Slowakije. Die lui zijn niet te vertrouwen. Ze maken je dood zonder ook maar een moment na te denken. Mij kun je wel vertrouwen, ik ben niet zo. Ik heb dat allemaal al meegemaakt, ik wil enkel de wereld helpen, en door de wereld geholpen worden'. Het zijn bijna mensen.

Via de man regelde ik dat Alexander mij zou ophalen vanaf een parkeerplaats langs de weg en na een stevige knuffel van de man kwam na vijf minuten Alex aanrijden. We reden naar zijn huisje langs de rand van een van de kleinere dorpjes langs Linz. Precies zoals ik me had voorgesteld. Ik had Alex ontmoet op Shikoku, er was toen iets mis met zijn enkel waardoor hij een week aan het rusten was. Hij had daarvoor twee jaar in een klooster gezeten, Zen Boeddhisme. En nu was hij weer terug, in Oostenrijk. 'Ik had je verteld dat ik op vlucht was voor iets. Daarom kwam ik naar Japan. En daar, in het klooster, zocht ik naar enige verlossing. We leefden voor elkaar, in een commune. Je deed de hele dag iets voor een ander. Maar ik kon mijzelf niet loslaten. Ik kon niet stoppen met denken aan geld, een leuke hobby, vrouwen. Het was gewoon moeilijk. Nu ik weer hier ben, gaat het helemaal goed, maar nog steeds kan ik het verlangen niet temmen. Ik heb genoeg geld, ik heb genoeg tijd, maar ik wil meer geld, meer tijd', vertelde hij me. Ik dacht terug aan een typisch verhaaltje dat rondgaat binnen Zen kringen. Een Zen-meester en zijn leerling lopen over een modderige weg waar een vrouw een modderpoel niet over kan komen zonder vies te worden. Een monnik mag helemaal geen vrouwen aanraken, maar de Zen-meester loopt direct naar de vrouw, tilt haar op en draagt haar over de modderpoel heen. De leerling snapt er helemaal niks van. Hij zwijgt er over maar na een paar uur kan hij zich niet meer inhouden. 'Meester, hoe kon u nu die vrouw beetpakken, het is tegen alle regels in, wij als monnik mogen dat helemaal niet doen!' klaagt de leerling. De meester kijkt de leerling aan en zegt: 'Ik heb de vrouw nooit aangeraakt. Jij bent het die haar nog steeds vasthoudt'. Ik vertelde Alex dat het misschien de mensen zijn die de hele tijd alleen maar moeite doen om aan andere te denken, om het ego op te doen lossen zoals wel 'moet', dat juist deze mensen het grootste ego hebben van allemaal. Het zijn de mensen die aan zichzelf denken die dat kunnen doen zonder aan zichzelf te denken. Alex lachte en kookte een compleet feestmaal, terwijl we melancholisch genoten van onze Shikokubyou.

De volgende ochtend stond ik weer langs de snelweg. Na een kwartiertje stopte er een grote truck (de eerste van deze reis) met een vriendelijke Oostenrijker aan het stuur. Hij praatte met een behoorlijk accent maar nadat hij merkte dat ik hem niet kon volgen schakelde hij over op iets wat ik wat beter kon verstaan. Hij was op weg naar Salzburg. Het uitzicht vanuit zo'n truck is echter fantastisch. In Oostenrijk hebben ze overal geluidswallen neergezet dus enkel vanuit een truck kun je het landschap bewonderen. De eerste bergen rond Salzburg waren al adembenemd. En Innsbruck lag daar middenin, waar ik heen ging. Vanaf een tankstation bij Salzburg duurde het misschien een klein uurtje voor twee Fransen in een busje me meenamen. Ze hadden het busje gekocht, omgebouwd, en waren gaan roadtrippen door Oost-Europa, helemaal tot aan Oekraine. Met een slakkengangetje, want het was een behoorlijk oud busje, reden we naar Innsbruck. Daar heb ik ze nog aan wat internet geholpen, ze wilden dat couchsurfing ook weleens proberen. We zaten in een McDonalds voor de WiFi en toen ik mijn locatie checkte kwam ik er al snel achter dat mijn eigen host om de hoek woonde. Een Duitse jongen die zelf ook al heel erg wat had afgelift. Dus we begrepen elkaar perfect. Na een simpele pastamaaltijd gingen we meteen slapen en ik was de volgende ochtend al vroeg weer weg.

Die host had me een plek aangeraden om te gaan staan maar na een half uur stopte er een man die met zijn dochters de stad in reed om wat te drinken bij een cafe. 'Waar je nu staat, kun je morgen nog staan als je naar Italie wilt. Stap maar in, ik breng je naar een betere plek', zei hij. De grote man was behoorlijk imposant en hij vroeg me waar ik vandaan kwam. Ja, Nederland, dat kende hij wel. 'Ik vind Nederlanders over het algemeen een beetje raar. Jullie komen dan hierheen, skieen een dagje, breken dan jullie poten en vliegen met mij mee naar huis', vertelde hij. Hij vloog dus gipsvluchten voor zijn werk. Het zette me bij een tankstation aan de rand van de stad uit de auto en in eerste instantie leek het een prima plek. Dat was het echter niet. Na een uurtje kwam tot overmaat van ramp ook nog eens de politie daar staan om snelheid te controleren. Dat schrikt natuurlijk behoorlijk af. Maar ik had simpelweg geen andere keuze. Na een dikke twee uur had ik dan eindelijk een lift te pakken. Wederom een truck, tot aan Verona, Italie. Een grote, zeer vriendelijke Kroaat. Hij sprak een behoorlijk woordje Duits en Italiaans, ook nog. 'Ok, misschien is jouw Duits niet perfect, het mijne ook niet, maar dat is niet echt belangrijk. Wij verstaan elkaar perfect. Onze communicatie zit op hetzelfde niveau. Dat is alles wat echt telt, communicatie', zei hij. Terwijl we door de bergen reden vertelde hij me over de geschiedenis van het gebied, over zijn eigen land, over Italie. 'Nederlanders, ik mag ze wel. Jij komt hier en je vertelt mij, o, wat is Oostenrijk toch mooi, met al die bergen, dat landschap hebben we niet in Nederland, maar als je mijn mening vraagt, dan zeg ik dat Nederland vele malen mooier is dan dit alles. Want dit alles is door God geschonken aan de mensen hier, ze hebben er zelf niks voor hoeven doen. Maar Nederland, Nederland is gemaakt door Nederlanders, daar heeft God niks mee te maken gehad. En daarom vind ik Nederland zo mooi'. Deze opvatting stond toch in enig contrast met zijn volgende. 'Weet je, mijn kinderen ook, die zitten de hele dag maar achter die computer, bijvoorbeeld. In Nederland zie ik geen kind buiten. In Kraotie valt het nog mee maar het zal ook wel veranderen. Jij rijdt nu met mij mee en krijgt lessen in de levensuniversiteit. Maar al die jonge lui van nu, die weten helemaal niks van het leven af. Ze turen de hele tijd naar beeldschermen. Ze weten niks van de realiteit af, helemaal niks. Ze zijn alleen maar de buitenkant van de dingen, nooit de binnenkant'. Hij wees naar zijn lading. 'Je wilt niet weten wat ik allemaal al heb vervoerd. Neem McDonalds. Ik breng naar fabrieken die hamburgers maken voor McDonalds restjes vlees. Daar bedoel ik mee, vlees wat anderen niet moeten, omdat het een te lage kwaliteit is. En McDonalds perst deze zooi, die niemand zou willen eten, samen, en maakt er hamburgers van, die ineens iedereen wil. Dat is de realiteit. En mensen weten dat misschien heus wel, maar ze zijn gewoon zo dom dat ze het maar nemen. Dat is de wereld van vandaag'. Een rit van een paar uur die kort duurde, met een bijzondere man.

In Italie liften, zo wist ik al, is toch een stukje moeilijker. En dat bleek ook weer daar langs dat tankstation ten noorden van Verona. Niemand wilde me meenemen, niemand keek me ook maar aan, eigenlijk. Na een uur of twee stopte er eindelijk een busje, een Duitser. Hij leek ietwat terughoudend, alsof hij niet echt zin had me mee te nemen. Ze vrouw naast hem, zijn twee dochters achterin. 'We gaan naar Ferrara, dat is nabij Bologna, maar we doen er waarschijnlijk wel vrij lang over', bekende hij al meteen. Ik besloot gewoon te kijken waar het zou eindigen. Hij werd losser, en begon te vertellen over zijn eigen liftverhalen. We stopten ergens in een dorpje om wat te gaan eten. Een van zijn dochters vroeg me, wederom in een of ander Duits dialect, waar mijn moeder eigenlijk was. De man legde uit: 'Hij is al groot genoeg, hij kan rondgaan zonder zijn moeder. Hij is een lifter. Dat zijn mensen, die steken hun duim op, in de richting van waar ze heen willen. En dat betekent dan, neem mij alsjeblieft mee, met de auto'. Het meisje luisterde met grote ogen. 'Maar wat papa heeft gedaan moet je niet al te snel nadoen. Zomaar vreemden meenemen of zomaar bij vreemden instappen is eigenlijk helemaal niet goed', ging hij verder. Zijn dochter ging weer met haar moeder praten en toen bekende de man waarom hij me had meegenomen. 'Ik heb zelf ook gelift. En ik heb mezelf beloofd, als ik ooit nog een lifter tegen zou komen, hem ook mee te nemen, ongeacht de omstandigheden', fluisterde hij me toe. Mij meenemen in zijn auto met wat nu zijn leven is was voor hem het spannendste wat hij in jaren weer had gedaan.

Hij verontschuldigde zich dat het zo lang duurde tot aan Ferrara, en zette me rond 22.30 af bij een McDonalds langs het centrum. Ik had niks geregeld dus dacht dat ik wel even gebruik kon maken van wat WiFi. Dat bleek onmogelijk, ik had een Italiaans telefoonnummer nodig. Dus besloot ik het maar op een lopen te zetten, op zoek naar iets goedkoops. Ik liep helaas compleet de verkeerde richting op. Na een half uur probeerde ik een ouder Italiaans paar aan te spreken dat in een bushokje zat. 'Centro?' vroeg ik. Ze staken meteen behoorlijk van wal in het Italiaans en ik verstond er geen klap van. Ze besloten om maar met me mee te lopen tot aan het centrum. 'Hollandia', zei ik. De vrouw begon meteen dromerig te kijken en riep iets met 'bella' dus ik denk dat ze blij waren om een verdwaalde Hollander een kleine tour te geven. We liepen een heel eind terug tot ik weer bij de McDonalds was en het station bleek daar nog geen vijf minuten vandaan. Meteen keek de vrouw me bezorgd aan. 'Zona bruta', vertelde me terwijl ze mijn arm beetpakte. Ik ben geen complete mongool dus dat begreep ik ook nog wel. 'Droga', ging ze verder. Ze wees naar een weg en zei 'centro'. Oftewel, niet hier blijven, maar ga 't centrum in. 'Dormire', raadde ze me aan. Ik liep door het hele centrum heen zonder ook maar een hostel te vinden. Rond 00.30 gaf ik het op en schoof ik aan bij een terrasje buiten waren dronken Italianen met slecht Engels nog wat aan karaoke deden. Maar rond 01.00 was het compleet verlaten, de hele binnenstad. Ik besloot maar een parkje te zoeken en een bankje te pakken. Rond 03.00 begon het echter ineens keihard te regenen, de eerste echte regen van deze trip. Het was me dus niet gegund. Half slaperig stond ik rond 07.00 bij het treinstation om de prijs van kaartjes richting Savignano, waar mijn vrienden wonen, te checken. Die prijs beviel me niet zo erg, dus ik besloot nog maar eens wat verder te gaan liften. Ik crashte eerst nog even in een ander park om in de hitte van de ochtendzon nog een dutje te doen en stond rond tien uur langs de weg.

Ik werd meteen opgepikt door Antonio, een dokter. Hij was op weg naar het vliegveld van Bologna. Hij had zelf ook gelift vroeger dus besloot me mee te nemen. Zijn Engels was keurig, en zelf was het echt een hele goede man, zo'n iemand die je meteen vertrouwd. Toen ik zei dat ik filosofie studeer trok ik een beerput open. 'Ah, filosofie. Ik ga vaak naar de bibliotheek, om te lezen. Mijn grote favoriet is Schopenhauer', zei hij. Ik vroeg hem wat er zo mooi is aan Schopenhauer. 'Gewoon, het idee, dat er achter dit leven iets schuilgaat, iets wat we niet in de hand hebben, iets wat oncontroleerbaar is, iets dat ons bestaan voortstuwt. Vrijheid is te proberen hier mee om te gaan', antwoordde hij.

Ik heb nog geprobeerd om een lift naar Savignano te regelen maar gaf het in 35 graden en pal in de zon staan al snel op. Het is mooi geweest, met dat gelift. Ik heb de trein gepakt naar Savignano en Guilia, een van mijn Italiaanse vrienden, wachtte me op bij het station. Zij en Lorenzo hebben bij mij in Rotterdam gecouchsurft en ik ben eigenlijk speciaal naar Savignano gegaan om een petje, dat Lorenzo nogal lief is kennelijk en wat ze bij mij waren vergeten, terug te brengen. Een welverdiend tweepersoonsbed met eigen douche wachtte me al op. Daar ben ik momenteel van aan het genieten. Ik heb via internet een lift kunnen regelen helemaal van Milaan naar Rotterdam. De 18e zal ik met die man meerijden, en dan zit het er weer op. Maar nu nog even genieten van het Italiaanse leven!

En ga ii

Uiteindelijk werd ik dus zonder al teveel moeite geaccepteerd door een host in Brno. Ik besloot dus ook maar meteen richting Brno te vertrekken. Ik keerde terug naar het tankstation langs de snelweg via welke ik ook de stad was ingekomen, en ik dacht eerst dat ik een heleboel pompbedienden zag staan (die lifters vaak niet echt waarderen), maar het bleken bij nader inzien lifters te zijn. Ik besloot maar even een kijkje te nemen. Er waren twee broeders uit het kerkelijk gesticht ontsnapt, en zij kregen eigenlijk meteen een lift toen ik eenmaal bij de pomp stond. Daar was ook nog een ander koppel bezig. Ik vroeg ze hoe het ging, en ze zeiden dat ze er al een uurtje stonden. Maar meteen op dat moment kreeg een van de twee een truck te pakken, helemaal naar Istanbul, ook precies waar ze heen wilden. Dat is nog eens een gouden lift. Ik begreep meteen dat het voor mij ook niet lang zou duren op dergelijke goudmijn. Ik had mijn bordje 'Katowice' nog niet af, of er stond al een man naast me.

Hij sprak geen Engels of Duits en ik geen Pools, dus het was vrij lastig communiceren. Ik besloot Agata maar even als tolk te gebruiken en smste haar, of ze even in een smsje wilde vertalen dat ik graag bij een tankstation voor Katowice uit de auto gezet wilde worden en op weg was in de richting Ostrava. De man miste de juiste afslag en heeft nog een eindje terug moeten rijden om me er bij een vrij beroerde parkeerplek uit te zetten. Hij vroeg nog of het daar wel zou lukken, maar besloot hem niet langer lastig te vallen en zei dat het allemaal wel goed zou komen. Maar man, wat een beroerde plek was dat. Er kwam bijna niemand die parkeerplaats op. Na een uurtje een beetje rond te hebben gezeten besloot ik een wat actievere aanpak en liep ik eigenlijk gewoon de snelweg op met in a3 formaat 'CZ' op papier. Aangezien auto's op de snelweg zo snel gaan dacht ik dat het niet erg effectief zou zijn, maar na een paar minuten riep een vrouw naar me vanaf de parkeerplaats. Een Pools koppel op weg naar het zuiden van Tsjechie voor vakantie wilde me wel meenemen. En zo had ik dus een heel goed liftje te pakken naar Brno. Hij sprak noch Engels noch Duits, maar zij kon zich in het Engels behoorlijk redden.

Ze gooiden me aan de randweg van Brno uit de auto. Ik dacht dat het allemaal wel goed zou komen, dus besloot 't maar op een loopje te zetten in willekeurige richting. Toen ik na een half uurtje een bord zag met Brno en een streep erdoor, begreep ik dat de taktiek wel had gewerkt (ik wist nu immers de juiste richting), maar dat hij ook nogal veel tijd had gekost. Ik liep terug en kwam uit bij een shopping center zoals ze die zoveel hebben in Oost Europa. Ik besloot binnen op zoek te gaan naar een geldautomaat (moest Agata nog smsen om uberhaupt te weten te komen wat voor geld ze in Tsjechie mee betalen en wat de wisselkoers was, waarmee ik enkel wil aangeven dat zonder planning alles ook wel goedkomt) en iemand die Engels met me zou kunnen spreken. Eenmaal binnen hoorde ik al snel achter me 'kimi urusai yo!', en zag twee kinderen rondrennen, en kon ook al snel de vader vinden. Een Japanner, dus. Heb dus in het Japans geinformeerd hoe ik in het centrum kon komen, wat me dat zou kosten en wat voor vervoersmiddel het beste zou werken. Echt een wereldtaal, dat Japans.

Mijn host was een rustige jongen die meteen voorstelde wat wijn te drinken. Drinken doen ze maar al te graag ik Tsjechie, leerde ik al snel. Het werd niet erg laat die avond, we gingen vroeg slapen, ik op de bank. Nou ja, wel een uitklapbare bank, dus lag wel lekker. De ochtend erna gaf hij me een tour door de stad. En de sleutel voor zijn apartement, rond 12 uur ging hij naar een vriend en moest ik het zelf maar uitzoeken. 's Avonds nog een biertje gedaan in een kroeg dichtbij en de ochtend erop stond ik langs de weg naar Bratislava. Daar kwam ik ook weer twee andere lifters tegen, dames dit keer. Ik vroeg ze of ze even wilde poseren, aangezien ik altijd van vrouwen te horen krijg 'maar liften voor vrouwelijk, da's enorm gevaarlijk!' als excuus om het niet te hoeven doen. Nu zal het voor vrouwen wel gevaarlijker zijn, maar dat is nog geen reden om het helemaal te laten. Uiteindelijk kregen ze wel de aandacht van een flink aantal truckers om hen heen. Ze konden, dachten ze, vrij snel een liftje regelen, maar het zou wel de ochtend erop zijn, helemaal naar Servie. Ze waren op weg naar een of ander festival aldaar. Ze accepteerden vrijwel meteen en wisselden nummers uit met de chauffeur. Toen vroegen ze mij of ik ook niet met hun mee wilde komen, de chauffeur vond het ook wel goed om drie man mee te nemen. Ik zag de bui al hangen, de 'dit is te goed om waar te zijn'-bui, maar besloot toch maar met ze mee te gaan, terug de stad in, om dus de dag erop terug te komen. Uiteindelijk wel gezellig geweest, wat wezen drinken in het park, toen in een kroeg, daarna bij een meer en uiteindelijk weer bij een kroeg. Ach, met 35 graden wil je ook niet meer hoeven doen.

En ja, natuurlijk liet de chauffeur het al snel afweten. Baas vond het niet goed, en hij moest eerder vertekken, om 5 uur 's ochtends al. Ik adviseerde de twee om het hele idee van met drie man naar Servie liften uit hun hoofd te zetten, en het gewoon met simpele personenauto's te proberen. Ze boden mij een slaapplek aan bij hun thuis, en ben de ochtend erop weer met ze teruggegaan naar dezelfde plek om te liften. Vertelde ze om met zijn tweeen langs de oprit naar de snelweg te gaan staan en het daar te proberen, ik probeerde het wel bij het tankstation. De eerste man die me zag nam me mee naar Bratislava. Reed die twee lachend voorbij, natuurlijk, en die vent toeterde ook nog voor me. Deze man sprak wel een woordje Engels, dus het was niet weer zo'n rit van complete stilte. Hij vertelde me over de slechte economische situatie in Slowakije. Hij was zelf zijn bedrijf kwijtgeraakt, en zodoende ook zijn vrouw. Hoe het zo slecht was geworden was hem wel duidelijk. De mentaliteit van de Slowaken zelf. 'Ze willen wel werken, maar dan wel na een maand al in een dure auto rondkarren. Dus eigenlijk willen ze niet werken, ze willen het niet stap voor stap doen', vertelde hij me. 'En in Slowakije liften, vergeet het maar. Ze laten je gewoon staan. Maar een Oostenrijker zal je uiteindelijk wel meenemen, maar reken niet op de Slowaken. En let op je geld, ze hebben daar kinderen die alles van je jatten als je even niet op staat te letten', ging hij verder. Goede introductie voor het land waar ik naar op weg was, maar nam alles met een korreltje zout.

Bratislava bleek uiteindelijk niet heel erg intressant te zijn. Maar toen ik me dat realiseerde, was het al een uur of vijf. En ik had dus dankzij die twee dames mijn couchsurf requests voor Bratislava allemaal afgezegd, en had ter plekke dus geen host. Dus moest ik maar naar een hostel gaan. 20 euro een nacht. Dat mensen betalen voor vervoer, overnachting, dat vind ik persoonlijk eigenlijk vrij idioot, en met dat in mijn gedachten stond ik bij die receptie, met tegenzin te kijken naar alle andere reizigers die ook in aan het checken waren. Blergh. Ik heb inmiddels een beetje een hekel gekregen aan van die hostelbackpackers. Ik was dat in Azie in 2008 al heel snel zat geworden en ben sindsdien altijd 'alternatief' bezig geweest, als in, een combinatie van liften, lopen, de tent en slapen bij de mensen thuis. Dan weer tussen de mensen te zitten die vaak maar 1 taal spreken (het Engels), dat is dan behoorlijk deprimerend. Maar goed, besloot er maar het beste van te maken. Bracht de avond door met drie andere lui, ze wilden naar een 'traditioneel Slowaaks restaurant', en eenmaal ter plekke sprak iedereen er vrijwel exclusief Engels en was alle duurder dan op andere plaatsen. Heb ze maar van hun illusie laten genieten, het is zo gemeen anders. Sliep op een kamer met een stel Fransen, die dachten dat een hostel een beetje hetzelfde zou werken als een hotel, oftewel, gewoon net doen alsof jij er niet bent en niet wil slapen en gewoon door blijven ouwehoeren, en ook nog eens een zooitje achterlaten. Mijn opinie: deur dicht, fik erin. Niemand zal ze missen.

Borderhopping

Ik wilde vooral naar Weimar om een bezoekje te kunnen brengen aan het Nietzsche Archief. In eerste instantie zou dit ook het eindpunt zijn geweest van een liftwedstrijd die in de planning stond met andere filosofiestudenten, maar uiteindelijk ging die niet door omdat liften voor sommige mensen, zodra het echt moet gebeuren, dus net even een drempeltje te hoog is. Wellicht dat ik dit jaar meer mazzel heb, want ik weet dat ik er daadwerkelijk mensen zijn die graag willen gaan. Dat terzijde, het archief zelf ging meer om de plaats zelf en wat daar is gebeurd dan dat het echt interessant was. Nietzsche stierf in het huis in 1900, en zijn zus gebruikte het huis en Nietzsche zijn filosofische werken daarna om wat aan te pappen met de fascisten en de nationaal-socialisten. Dit heeft in ieder geval voor Nietzsche flink wat imago-schade ingehouden, want zijn werk wordt nog steeds geassocieerd met Nazi-Duitsland. De beroemde buste van Nietzsche staat ook in het archief, Hitler is er ook mee op de foto geweest, maar dat was voor mij niet weggelegd want camera's mochten in het archief niet worden gebruikt.

In Weimar was mijn host een studente aan de Bauhaus Universiteit, en Bauhaus zelf verwijst ook weer naar de beroemde stroming in de architectuur (ook wel bekend als de International Style, denk bijvoorbeeld aan het VN hoofdkwartier in New York). Daarnaast staat Weimar ook bekend als de stad van Schiller en Goethe. Nu kan ik niet zeggen dat ik echt heel warm word van Schiller (niks tegen de Romantiek verder), maar vooral het feit dat ik voor mijn tentamen deels over Schiller in wijsgerige antropologie het enige cijfer lager dan een 7 heb gehaald dit jaar geeft toch een beetje een nare nasmaak. Mijn host in ieder geval had een kamer voor mij apart en ik heb twee dagen lang genoten van mijn eigen bed. Ze woonde in een studentenflat met nog vier anderen dus het voelde wel een beetje als thuis. Een beetje chillen op hun balkon (waardoor ik me nu nog meer besef wat een gemis het is dat wij er geen hebben), dat was wel lekker na die zware liftpartij uit Frankfurt. Mijn host liep me ook nog een rondje door wat uiteindelijk toch vooral gewoon een toeristisch dorpje was. Daar voor de rest niks op tegen, maar meer was er dus ook niet te beleven. Dan is een beetje een gezellige plek om te couchsurfen natuurlijk mooi meegenomen.

Mijn host en haar vriend zijn zelf ook ervaren lifters dus ze vertelden me een plek waar vandaan ik zeker wel snel een goede lift zou krijgen. Bij een busstop aan de rand van de stad. Na ongeveer vijf minuten met mijn bordje te hebben gestaan stopte er een auto vol studenten. Ze wilden me wel naar Dresden rijden, maar dan wel voor vijf euro. Die heb ik maar betaald, uiteindelijk is het toch niet eens zo slecht om ook eens mee te betalen aan de brandstof. De autobahn in de voormalige DDR is toch van net iets mindere kwaliteit maar dat hield voor de rest helemaal niet op. Anderhalf uur later stond ik in de Neustadt van Dresden. Het is voor de rest wel leuk hoor, gewoon zo een beetje rondliften, maar als je ineens in een stad ergens staat en niet eens weet waar het centrum of een station is en je voeten zijn al redelijk naar de klote, dan is het soms wel even lastig om in te schatten waar je nu heen moet lopen. Ik zocht eigenlijk gewoon een Starbucks om van wifi gebruik te kunnen maken, maar voor ik er een gevonden had, had ik het grootste gedeelte va de stad toch ook al gezien. Wel behoorlijk indrukwekkend, dat zal ik er wel bij zeggen. Ik heb vele goede verhalen gehoord over Dresden en Dresden was zeker geen let down. Zoals de meesten wel zullen weten is de stad vrijwel compleet met de grond gelijk gemaakt in de oorlog, en is de Altstadt dus vrijwel volledig herbouwd. Maar je ziet er niks meer van, dus ze hebben het redelijk goed voor elkaar, zou ik zeggen.

Mijn host die avond was een Koreaan die me op het laatste moment nog had geaccepteerd op couchsurfing. Hij sprak ook Japans dus het was meteen een goed moment om alles weer een beetje op te halen. Hij studeert aan de technische universiteit in Dresden en woonde in een vrij mooi apartement betaalt door zijn werk. Hij heeft interesse in language exchange, dus als ik weer terug ben dan helpt hij mij met Koreaans, en ik hem met technisch Engels. Nu heb ik eigenlijk nog nooit serieus aan language exchange gedaan. Meestal maak ik gewoon gebruik van chatrooms als ik zin heb. Moet dus nog even aankijken hoe dat af zal lopen.

Hij kon me echter maar een enkel nachtje hosten dus ging ik de dag erna naar een man toe die mij een uitnodiging had gestuurd om bij hem te blijven. Hij woont aan de Neustadt kant en leeft samen met zijn vriendin, dochtertje, en nog wat andere flatmates. Zijn vriendin en hij zijn ook doorgewinterde lifters, ze proberen waar mogelijk ook hun dochtertje van een mee te nemen op korte lifttochtjes. We hebben wel wat gepraat maar zowel hij als ik waren toch behoorlijk moe, dus we zijn vroeg gaan slapen. De dag erna gaf ook hij me tips over hoe de stad uit te komen. Ik stond zodoende bij een tankstation langs de weg richting de autobahn naar Polen, maar het wilde niet echt vlotten. Paar minuten later kwam er een andere lifter aanwandelen, die ook probeerde dezelfde kant op te gaan. Toen we los van elkaar geen succes hadden, besloten we onze krachten te bundelen. Na een puur minuten kregen we samen een lift aangeboden, hij tot 10 kilometer van waar hij wezen moest, ik tot net over de Poolse grens.

Eenmaal daar was het een kwestie van bordje opsteken, de eerste auto stopte. Poolse rijkelui. Mooie auto. Zoon reed, en sprak een redelijk woordje Engels, vader zat naast hem, en sprak weer een redelijk woordje Duits. Als ik wat in het Engels zei, vertaalde de zoon het naar het Pools, en als ik wat tegen zijn vader zei in het Duits, werd dat ook weer omgezet. Zo ontstond er toch een aparte driehoek. Vader sprak ook Russisch, want hij had de socialistische tijd nog meegemaakt. Maar beiden waren nu zeer duidelijk op het westen georienteerd. De weg waar we over reden was ook gloednieuw en verbindt Dresden met Wroclaw, Katowice en Krakow. Maar dat was ook de enige echt goede weg die ze hadden, aldus die twee. Ze waren behoorlijk nederig over hun eigen land. Ik probeerde aardig te zijn, maar alles werd weggewinpeld. Polen is de snelst groeiende economie van Europa, zei ik, maar ze waren beiden eens dat het nog 50 jaar zou duren voor ze Nederland in zullen hebben gehaald. Het was bijna een Japans type nederigheid. Ze waren in ieder geval wel blij mij te hebben opgepikt en het was wel duidelijk dat ze het leuk vonden dat ik bezoek bracht aan Polen. Bij een tankstation langs de snelweg werd ik uit de auto gezet, en van daar ben ik het centrum van Wroclaw ingelopen.

Een vriendin van mij die ik al een jaar of 8 ken inmiddels is voor oorsprong Poolse en zij studeert letteren in Wroclaw. In eerste instantie wilde ik eigenlijk van Dresden meteen naar Praag liften maar omdat ik zag dat Wroclaw in de buurt lag (250 kilometer is inmiddels 'in de buurt', in Nederland is dat 'andere kant van het land') besloot ik maar om langs te gaan. In Wroclaw hebben ze recentelijk de Sky Tower van 212 meter voltooid. Toch leuk om even te hebben gezien. De stad valt me reuze mee, zeker in vergelijking met andere steden in Polen die ik op een eerdere reis heb gezien is Wroclaw helemaal zo slecht nog niet. Agata heeft me in ieder geval een middagje een tour gegeven door de stad, en voor de rest heb ik vooral met mijn voeten omhoog gezeten, want ik moet nog even. Momenteel wacht ik tot ik een couch in Praag krijg, maar het gaat nog zo makkelijk niet. Liften naar Praag zonder couch lijkt me een slecht idee aangezien het nogal een tourist trap lijkt, en daar heb ik een bijzonder grote hekel aan. Om daar dan in een of ander hostel te eindigen heb ik dus geen zin in. Gelukkig kan Agata me nog wel een nachtje kwijt dus mocht het echt niet lukken met Praag dan zet ik mijn zinnen op Brno, een stad in het zuiden van Tsjechie die mij veel beter zal bevallen, vermoed ik.

Mijn plan is nu om daarna Oostenrijk in te duiken en in de buurt van Linz een man op te zoeken die ik tegenkwam op mijn pelgrimstocht op Shikoku anderhalf jaar geleden. Ik ben toch benieuwd wat hij uiteindelijk met zijn leven heeft gedaan, na een aantal jaar als monnik in een tempel te hebben geleefd in Japan. En wat daarna gaat gebeuren, zien we dan wel weer.

Paranoide Boeddha

In Keulen had ik voor de rest weinig problemen om mijn host (zo noem je iemand die jouw onderdak biedt via couchsurfing) te vinden. Ik zoek op couchsurfing natuurlijk voornamelijk op mensen met een affiniteit voor Azie, het liefst Japan. En Amaia zou de volgende dag naar Japan gaan, dus kon ik extra jaloers zijn. Ze was Spanje ontvlucht om in Duitsland te gaan studeren en had een klein kamertje in de binnenstad. Ze nam me 's avonds mee naar haar 'goodbye-party' op het dak van het apartement van een vriendin en met het lekkere weer was dat dus genieten geblazen.

De volgende dag besloot ik de plek te proberen die ze aanraden op de hitchwiki (wikipedia voor lifters), een plekje direct langs de Autobahn, om naar Frankfurt te liften. De 2e auto stopte meteen. Een wat oudere man, hij vertelde me dat hij in zijn jeugd ook veel had gelift en besloot mij dus mee te nemen. Nu zat ik echt in Duitsland-Duitsland, als in, het Duitsland waar Engels niet werkt. Met veel moeite toch aardig wat dingen kunnen communiceren... denk ik. In ieder geval was het maar een korte rit, want hij bracht me naar een tankstation langs de snelweg. Ook al was dit maar een korte lift, toch zijn dit de beste. Het zijn liftjes van mensen die het zelf ook hebben gedaan, en zij snappen tenminste wat je nodig hebt. Tankstations langs de snelweg in de richting van waar jij heen wilt, dat zijn simpelweg de allerbeste spots. Je hebt er ook meteen toiletten en kunt wat te eten kopen. Daar had ik echter zelf geen tijd voor want zodra ik mijn bordje flashte naar de eerste de beste Duitser die aan kwam wandelen had ik meteen een rit te pakken. Die Duitsers doen ook echt nergens moeilijk over. Hij had ook nog zijn dochtertje bij zich. Hij nam de moeite om wat slomer te praten en daardoor konden we toch aardig wat uitwisselen. Nu ik zo in Duitsland pik ik toch snel wat dingen op maar mijn brein is helemaal ingesteld op veel exotischere talen. Het lijkt erop dat mijn brein een apart compartiment 'Nederlands-Engels' heeft en dan een compartiment 'de rest'. Dat betekent dat de hele tijd als ik iets wil zeggen er iets Japans naar binnen schiet. Dan krijg je van die stamelzinnen als 'Fahren Sie tabun... vielleicht... nach..', dat er van die typisch Japanse stopwoordjes je hele brein overnemen. Merkwaardig.

In Frankfurt had ik ook met enige moeite een host gevonden, Aliya, een Russische. Was behoorlijk blij dat ik uberhaupt nog een host kon vinden want het was misschien de 8e of 9e request die ik had verstuurd. Het waren nogal hete dagen (ik heb het kwik over 35 graden zien gaan) en zij leefde in een zeer klein studentenstudiotje en er zat niks anders op dan met haar een matras te delen. Ze had wel airco... in de douche. Dus elke nacht een beetje plakkend in bed liggen met zo af en toe een arm of been je richting op, het was vrij vermoeiend. Zij werkte ook vrij veel en moest met haar de deur uit, dus elke dag half 8 opstaan, dat is iets waar filosofen niet aan meedoen, maar hier had ik geen keuze. Ik heb wel weer vrij veel door Frankfurt kunnen lopen om alle zeer coole hoogbouwarchitectuur te kunnen bewonderen. Sinds mijn laatste bezoek enkele jaren terug is er toch al weer behoorlijk wat bij gekomen.

Mijn laatste volle dag in Frankfurt ging ik naar de Japanse boekenwinkel (helaas is die in Nederland verloren gegaan dus het was leuk weer eens 'los te kunnen gaan') en ben met een Japans boekje langs de rivier gaan zitten. Na een poosje kwam naar wat ik vermoed Boeddha naar me toe. 'Chinees aan 't lezen?' vroeg hij. 'Japans', antwoordde ik. 'Ah, er zijn niet zoveel Europeanen die dat doen'. Hij kwam duidelijk niet uit Duitsland en ik vroeg hem waar hij woonde. 'In Rotterdam', antwoordde hij. Bleek dus dat hij in een klein kamertje woont langs de Kruiskade. Hij was al 20 jaar lang weg uit zijn moederland, Birma. We raakten zodoende aan de praat, in het Nederlands nog wel, en hij bekende Nederland niet echt leuk te vinden. Hij was dan ook door Europa aan het reizen om zich in een beter land te kunnen vestigen. Opgerot staat netjes, zal de gemiddelde Nederlander hier inmiddels over denken. Maar ik was net een boek aan het lezen over een Japanner die het ook niet zo geweldig had gehad in Nederland en er speciaal een boek over heeft geschreven. 'De fabel over Nederlanders', heet het. Dat we zo tolerant en tof zouden zijn, die fabel. 'Ik heb de laatste tijd vooral depressief en op een gegeven moment paranoide in mijn kamertje gezeten', vertelde Boeddha verder. Hij nam nog een slok van zijn biertje en stak nog een sigaret op. 'Weet je wat het is met Nederlanders. Ze vinden heel wat van zichzelf. Ze weten het niet van zichzelf en ze zullen er ook niet over denken misschien, maar het is een soort nonchalance, een bepaalde aura die over ze heenhangt. Ze denken dat ze heel wat hebben bereikt. Maar het is niet zo. De toekomst zal dat nog wel uitwijzen', ging hij verder. Er hing een profetisch tintje aan zijn verhaal. In het oh-zo verlichte Nederland is dit typisch religieus denken niet alleen voor gestoorden, maar niemand zal er ook maar bij stilstaan dat grote delen van de wereld zo met het leven omgaan. 'Nederlanders zijn zo zinvol bezig, maar weet je, het enige wat echt werkelijk zinvol is om te doen is het volstrekt zinloze. Je kunt wel heel je leven bezig zijn met het verzamelen van spullen en het werken om dingen te kunnen kopen, maar uiteindelijk gaat zowel de koning als ik deze wereld met lege handen verlaten. Filosofen als jij zoeken dan misschien naar de zin van het leven, maar de zin van het leven draait om het inzien van de diepe, volmaakte zinloosheid van het al'.

We keken elkaar een poosje aan. Hij glimlachte op zo'n manier dat je zag dat hij zich voor het eerst in heel veel jaren eens begrepen voelde. Mensen die kopen zooi van Char, lezen onzin over meditatie, plaatsen de godsganze dag citaten van Boeddha op facebook. Maar het is allemaal van die gefilterde zooi, typisch van die dingen met wel een doel, met wel een zin. Je mooier voelen. Lekkerder in je vel zitten. Beter kunnen communiceren. Beetje van je stress afkomen. 'Nederlanders die willen alleen maar genieten. Ik ga ergens heen, en ik ga kijken, ik wil dingen zien, ik wil leren. Nederlanders die willen enkel maar het de hele tijd beter hebben. Eigenlijk zijn veel Nederlanders psychologisch gezien gewoon hartstikke ziek. Maar ja, in jullie westen, voor jullie is dat allemaal normaal, en mensen die juist niet op dergelijke manier psychologisch ziek zijn, die vinden jullie weer raar', ging hij verder terwijl hij er weer eentje opstak. Het deed me denken aan Foucault. De uitvindingen van de menswetenschappen. En natuurlijk aan Baudrillard. De mens is object van de wetenschap geworden voor de mens sinds auto's moeilijker zijn te verkopen dan te produceren. Ons hele wereldbeeld draait om het normaliseren van een lifestyle die draait om het produceren van symbolische identiteiten zonder dat mensen doorhebben dat datgeen waarvan zij denken dat het nut heeft eigenlijk slechts dient tot het dienen van een, zoals Debord het noemt, wereldbeeld dat daadwerkelijk autonoom en objectief is geworden, de autonome voortplanting van de 'non-living'. En omdat deze op dergelijke wijze objectief is geworden, kunnen we haar registeren, vastleggen. Met enquetes, bijvoorbeeld. Maar wat gebeurt is enkel het toveren van een konijn uit de hoge hoed, een konijn wat we er zelf hebben ingestopt.

Boeddha moest de trein halen en ik las nog wat verder. De dag erna ben ik zelf ook weggegaan uit Frankfurt, maar het ging alles behalve makkelijk. Ik kon maar geen goede plek vinden om van te liften. Uiteindelijk heb ik zo'n 5 uur gelopen weg uit het centrum om dichterbij de juiste snelweg uit de stad te geraken. Daar kreeg ik eindelijk een lift door een paar dat me naar een tankstation wilde brengen. Ook zelf gelift. Eindelijk weer mensen die een beetje meedachten. Van daar was het een fluitje van een cent. Een vrouw besloot me mee te nemen. Zij sprak ook enkel Duits maar zo hoogduits als zij sprak kon ik wel verstaan, alsof ze nieuwslezer was zo duidelijk. Dus weer een heleboel vocabulaire opgepikt. Duitsers doen toch wel een heleboel moeite om jou te verstaan. Het gaat me gelukkig beter af dan ik had gedacht. Komt misschien vooral omdat de Duitsers die ik tot nu toe heb ontmoet allemaal behoorlijk aardig waren. Maar ja, als je lift, dan pikken natuurlijk vooral mensen je op die in jouw straatje liggen. Mensen die xenofobisch zijn die wisselen opzettelijk naar een andere baan om je maar niet te hoeven passeren of doen zoals zoveel Japanners deden hun deur op slot, dat je een 'klik' hoort als ze voorbij komen.

En zo kwam ik in Weimar terecht.

Maar nee

Zoals veel van jullie weten ben ik uiteindelijk filosofie gaan studeren aan de Erasmus Universiteit. Ik had natuurlijk ook Japanologie kunnen gaan doen, maar dat is nogal zonde van die 3 jaar als je Japans al voldoende op peil is en vooral als je je dan beseft dat er ergens in de wereld 120 miljoen man zijn die het allemaal beter dan jou kunnen, dan besef je je dat je beter iets beters met je leven kunt gaan doen. Dan ga je natuurlijk filosofie studeren, dat is duidelijk! Nou ja, behalve dat ik me nu al schrap zet voor de rest van mijn leven als sloeber (alhoewel de tijd die ik doorbreng als rondzwerver de beste is die ik ken), heb ik mijzelf ook nog eens wijsgemaakt dat ze in Japan een chronisch tekort hebben aan in Europa getrainde filosofen, dus hebben ze die nodig. Nu kan een tekort ook inhouden dat er 0 zijn, en dan kan dat ook weer inhouden dat er gewoon helemaal geen vraag naar is, wat weer kan inhouden dat er helemaal geen tekort is. Maar toch. Het is de moeite waard om het te proberen, onwaarschijnlijke dingen voor elkaar krijgen is inmiddels zowel mijn vloek als mijn zegen.

Nu ben ik tegenwoordig dus arme student, en dat houdt eigenlijk ook in dat ik lui ben. Nu snap ik natuurlijk ook wel dat ik kan gaan werken, en dat was ik echt van plan. Echt. Tot ik mijn huisgenoot Dirk-Jan vertelde over mijn plan om te gaan werken, en toen ik zei dat ik dan wel iets van 8,50 kon gaan verdienen per uur, lachte hij me keihard uit en wees hij mij erop dat iemand van mijn leeftijd niet moet gaan werken voor 8,50 per uur. Goed punt. Bovendien is Dirk-Jan nu zelf ook awesome dingen aan het doen (een rondje IJsland lopen, bijvoorbeeld, zie ook hier: http://iceland.walkontheotherside.com/), dus kan ik niet achterblijven. Het probleem met Dirk-Jan echter is dat hij overal zoveel beter in is. Toen ik op de Erasmus Universiteit kwam dacht ik wel dat ik met 1200 kilometer aan Boeddhistisch loopgeweld behoorlijk de erudiete wijze uit kon gaan hangen, was het niet dat lieve Dirk-Jan precies dezelfde tijd er 1800 liep in Nieuw-Zeeland. Ok. God bestraft ook ijdelheid. Ik snap 't al.

Maar goed, ik bedacht me dus, dat ik iets zou moeten doen, iets goedkoops, vooral. Nu doen Dirk-Jan, Mate en ik aan couchsurfing. Dat betekent dus dat mensen van all over the world ons berichtjes kunnen sturen waarin ze ons smeken of ze bij ons mogen blijven. Dat pakt vaak heel goed uit, vooral dankzij onze relaxte selectieprocedure (in mijn geval, vrouwelijk, Japans, rond de 22, in Mate zijn geval, Russisch, rond de 14 en in het geval van Dirk-Jan vrouwelijk, IJslands, ik geloof dat hij van wel oudere vrouwen houd, maar voorlopig heeft hij er dus flink naast moeten vissen terwijl Mate al flink aan zijn trekken had kunnen komen ware het niet dat Mate de hele tijd thuis zit te leren waardoor ik al die Russische vrouwen moet vermaken - oh, de straf), en daarom hebben wij dus geen enkele reden om ons te vervelen. In ieder geval hebben we in een maandje of 2 tijd al een stuk of 25 man over de vloer gehad. Er was zelfs een weekend dat we tegelijk twee Italianen, twee Russen en een Griek over de vloer hadden. En dat alles op Rotterdam Zuid. Nu weten al die lui gelukkig niet dat ze voor de deur bij ons witte tentjes neerzetten om mensen die worden neergeschoten. Misschien maar houden zo.

Maar als je natuurlijk al die mensen over de vloer hebt wil je zelf ook wel eens een keertje aan de beurt komen. Couchsurfing zorgt er dus voor dat je waar dan ook ter wereld gratis kunt verblijven bij mensen thuis. Nu snap ik dat driekwart van het lezerspubliek (reismeeers, filosofen, en andere gewaardeerde vrienden, ik heb het hier over mijn moeder) denkt dat dit zeker inhoudt dat je op zijn minst een keer het bos mee in wordt genomen en daar verkacht. In mijn geval kan dat namelijk ook gebeuren, aangezien ik van achter nogal vrouwelijke trekjes heb en mannen die eens zin hebben in suprise buttsecks dus nooit door zullen hebben dat ik helemaal geen vrouw ben. Gelukkig heb ik laatst mijn punt goed kunnen maken toen mijn broertje al op dag 1 van zijn vakantie (ik zal de naam van 't oord maar niet noemen want ik wil voor de rest liever niet met mijn broertje zijn vakantiekeuze geassocieerd worden) het voor elkaar kreeg om bestolen te worden door waarschijnlijk een medevakantieganger. Dat is ruk, want ik ben nogal goed verzekerd maar van mij jatten ze nooit iets. En volgens mijn moeder is er statistisch gezien (ongeveer 99% in haar hoofd) een zeer grote kans dat mij wat overkomt. Het trieste is echter dat ik zeker weet dat ik ooit nog eens doodga door gewoon iets heel stoms, zoals uitglijden in de douche. En da's bijna net zo stom als op een dag naar de Ikea gaan om een bank te halen en dan in de parkeergarage je tas even neer te zetten om de kofferbak te openen om daarna te vergeten dat je je tasje daar had neergezet en er vervolgens overheen te rijden.

Laat ik tot het punt van dit verhaal komen. Ik ga dus een maandje of hoe lang ik het ook vol mag houden door Europa heen liften. In combinatie dus met couchsurfing. Dat zorgt er dus voor dat ik niets betaal voor vervoer of onderdak. Budget-travel reinventet, jongens. Ik had voor ik weg ging nog twee Russen over de vloer. Gelukkig was mijn lieftallige assistente Agata voor het eerst in 2 jaar weer eens over de vloer en kon zij met een combinatie van Pools en Russisch duidelijk maken waar de wc zat en welke bedden voor hun waren. Kortom, als zulke lui het voor elkaar krijgen om helemaal van Moskau naar Portugal (!) te liften, dan lijkt het me toch wel dat ik ook wel zoiets voor elkaar krijgt. En zeg nu niet van, ja, maar, hij heeft al door heel Japan gelift, dus hij heeft ervaring. Liften in Japan dat komt meer overeen met het winnen van de Special Olympics als gezonde kerel. Sowieso slaat heel liften nergens op. Je staat met een bordje en je duim omhoog ergens een paar uur tot iemand eindelijk de menselijkheid toont om je mee te nemen.

Ik ben dus vrijdag met mijn ouders meegegaan naar Emmen en Center Parks. Het was fantastisch. Vooral de wildwaterbaan kon ik niet genoeg van krijgen... Maar gelukkig ben ik ook nog even met mijn vader naar Westerbork geweest. Indrukwekkend was het niet, want er valt eigenlijk helemaal niks te zien daar, maar het gaat om het idee van het daar zijn. Anne Frank kwam er ook langs. Oh ja, en we hebben nog gegeten bij de Chinees.

Vanochtend ben ik nog een stukje Duitsland in gebracht om langs de a31, nabij Meppen, te beginnen met liften. De laatste keer dat ik poogde te liften kwam er na een paar minuten iemand op de scooter langs om me een briefje van 1000 yen te geven. Dit was wel andere koek. In Europe liften is niet echt bijzonder moeilijk, maar je moet gewoon geduld hebben. De wachttijden zijn gewoon langer. Maar na een uur of 2 niet van mijn plek te zijn gekomen kwam er eindelijk een mens naar me toe, en die nam me mee. Zeer aardige man. Ik had Oberhausen op mijn bordje staan maar hij ging tot Aken en besloot me gewoon helemaal mee te nemen tot aan Keulen. Mijn Duits bleek al snel gewoon keihard te falen (ik snap er niks van, ik heb verdomme een 7,6 gehaald voor mijn Duits!!!1) en toen liet hij weten ook wel een aardig woordje Nederlands te spreken. Japans leren om in Japan te liften, oke. Maar Duits leren om in Duitsland te liften, ik twijfel er niet over. Toch wel mooi hoe ik meteen op dag 1 een perfecte lift te pakken kreeg met een aardige man die me meteen bracht waar ik wilde zijn. Hij was zelf ook behoorlijk bereisd, erg relaxte kerel, en hij had in Amerika te maken gehad met een behoorlijk portie gastvrijheid en nam me mee om ook eens wat te kunnen doen. Jongens, als we allemaal nou eens zou zouden denken. Maar nee.

Dubbele-Japansheidparty

Heb het inmiddels alweer tot aan Mito gehaald, na een paar dagen met griep in Tokyo te hebben gezeten. Gisteren weer eens met mijn ouders kunnen praten, via de webcam. Na een strategisch overleg, besloten om net als vorig jaar een dubbele-japansheidparty te geven voor iedereen die geintresseerd is. Een echte film zoals vorig jaar zal er niet echt zijn; alhoewel ik wel veel materiaal geschoten heb is het natuurlijk vanwege de natuur van de tocht meer van hetzelfde, dus allicht zal ik enkele fragmenten laten zien om jullie fantasie wat meer te prikkelen. Voor de rest moeten jullie het toch doen met het verhaal!

Allereerst voor de familie doen we op zaterdag 15 januari een avondje. Zal net als vorig jaar wel weer rond een uurtje of 6 a half 7 beginnen, na het avondeten dus. Moederlief zal nog wel rondbellen denk ik, om te inventariseren wie er allemaal komen. Of neem anders zelf even contact op!

Dan op 22 januari een dagje voor vrienden, maar sowieso ook voor iedereen die uberhaupt geintresseerd is en me wil uithoren over het complete verhaal. Omdat mensen van ver komen, is er ook een mogelijkheid om te blijven slapen. Begin rond het middaguur. Zal savonds ook wel weer een grote maaltijd zijn in iets wat op Japans/Koreaans eten moet lijken. Iedereen is welkom, twijfel niet of je wel of niet komt!

Ik zit hier nog een paar dagen in Mito, we vieren samen nieuwjaar. Vergeleken met Nederland zitten wij wel een 8 uur sneller in 2011 dan jullie, dus denk aan ons! Vandaag ga ik naar een of andere eindjaarsparty van lokale musici hier, dus heb nog weinig reden me te vervelen. Maandag de 3e om 3 uur 's middags Japanse tijd ga ik de lucht in, en kom dan dezelfde dag om een uur of 6 uur aan.

Rest mij niet veel meer dan iedereen te bedanken voor de steun en lieve berichtjes, en jullie een gelukkig nieuwjaar te wensen, en hopelijk tot ziens in Rozenburg!

Uzu

Goed, ik moest dus naar Kouyasan. Dozen was meteen enthousiast, want Kouyasan is een heel speciale plek. Ik stelde voor er samen heen te liften. Een normale Japanner zou dan twee keer nadenken en uiteindelijk weigeren, maar Dozen zei meteen `ikou`, gaan! Het zou een heel speciale dag worden, maar ja, welke dag waarop je lift is dat niet. We bestudeerden google earth. Vanuit Kyoto zou route 24 ons helemaal tot een Kouyaguchi brengen, en van daar zou het nog 20 kilometer zijn. Ik maakte meteen al duidelijk dat de kans redelijk was dat we zeker de terugweg niet voor het donker zouden gaan halen. Maar Dozen is net als ik; het gewoon nemen zoals het komt, en dan op de stroom meedrijven. We pakten de trein naar even buiten het centrum en begonnen te liften. De eerste lift was een korte, met een jongen. Hij bracht ons naar een konbini (convinience store) even buiten Nara. Daar werden we opgepikt door een paar, waarvan bleek dat een van beiden wel acht jaar in Nederland heeft gewoond. Hun dochter was nu in Nederland, maar ze kon niet terug omdat het weer zo slecht was. `Hoe gaat het`, met een gebroken g kwam nog net uit de man zijn strot. Wat een ellende, Nederlands!

Een konbini verderop, waren we nog steeds in de buurt van Nara. Het schoot niet echt op. Het is natuurlijk makkelijker om naar een stad te liften waar iedereen heen wilt; niemand wilt naar Kouyasan, dus je moet echt je best doen om er te komen. We werden gered door een man verbonden aan de Boeddhistische universiteit, hij was zelf ook Boeddhist, van de Shingon secte, welke verbonden zijn aan Kouyasan. Shingon is de vorm van Boeddhisme oorspronkelijk gesticht door Koubou Daishi. Hij was eigenlijk niet naar Kouyasan op weg, maar wilde ons er maar al te graag heen helpen. `Mijn en is goed vandaag, zeg` herhaalde hij meerdere keren. `Ik vraag me af wat en is in het Engels`, vroeg Dozen. Ik kon hem niet helpen. `Het is geen karma. Het is geen geluk. Het is ook niet het rad van fortuin`, zei ik. Hij knikte. `Het is een woord wat je niet kunt vertalen. Zoals zoveel woorden in het Japans`, ging ik verder. Het mysterieuze en.

We werden er bij Kouyaguchi uitgezet, en vandaar was het dus nog een 20 kilometer. Maar wel bergopwaarts, want de tempels van Kouyasan liggen op ongeveer 1000 meter hoogte. De duim werd opgestoken. Niemand stopte. `Ik denk dat we beter de trein kunnen nemen, anders halen we het niet`, zei Dozen. We liepen naar de trein, en miste hem net. Het zou een half uur duren tot de volgende. Ik stelde voor om nog even 20 minuten lang te proberen te liften. En weer stopte niemand. We liepen terug naar het station om de trein te halen, en al lopend stak ik mijn duim op, je weet immers maar nooit. Vlak voor de ingang van het station, stopte ineens iemand. Een buitenlander. We snapten er even niks van, maar sprongen natuurlijk de auto in. Wat bleek, het was een Duitser, die al 9 jaar in Kouyasan als monnik had doorgebracht. En het was een echte Duitser. De weg was smal, ging stijl omhoog, maar dat weerhield hem er zeker niet van deze weg te behandelen als de Autobahn. Met een enorme snelheid knalde hij die berg op. Ik herinner me nog de geschrokken gezichten van onze tegenliggers. Dozen kwam niet meer bij van het lachen in de achterbak. De Duitser verhaalde over zijn dagelijkse bezigheden, terwijl hij het gas zo diep mogelijk intrapte. Voor we het wisten, stonden we voor Kouyasan`s Oku no in. De laatste bestemming van mijn bedevaart.

Dozen kon zijn geluk niet op, en legde van alles uit. Kouyasan is een extreem heilige plek. Het is gigantisch oud. De bomen worden niet gekapt, dus alles wat er staat, staat er misschien al voor honderden jaren. We kwamen aan bij de laatste noukyoujou, waar ik de laatste stempel ontving. `Omedetou`, zei de vrouw. Gefeliciteerd. We liepen verder, naar de meest heilige plekken van allemaal. De plek waar Koubou Daishi, na een dik millenium, zich nog steeds in staat van diepe meditatie bevindt. De monniken brengen hem elke dag eten, en schone kleren. Het enorme gebouw straalde rust uit. Binnen was het prachtig. De monniken binnen waren druk bezig, alles spik en span te houden. Zwijgend deden ze hun klusjes. Ik wierp een muntje op, en deed een gebedje.

Ko kwam naast me staan. Ik keek hem verbaasd aan. `Zou jij nu niet ergens rond tempel 20 moeten zijn?` vroeg ik hem. `Je bent wel erg traag van begrip, he!` antwoordde hij. `Het handige van niet bestaan is dat je overal tegelijkertijd kunt zijn. Het is een goddelijk iets, je zou het niet begrijpen`, ging hij verder. Hij bekeek de monniken. `Het is aardig van ze, dat ze me elke dag eten en kleren brengen, maar eigenlijk heb ik het niet zo nodig. Ik ben immers het grootste deel van het jaar op reis`, zei hij. Hij sprak terwijl hij de stilte bewaarde. `Kun je het horen? De stilte? Het is de stilte van God. Stilte is God`s antwoord op alles. Mensen die bidden naar God, krijgen als antwoord, stilte`, legde hij uit. `Weet je wie het dichtste bij God staan? Atheisten. Zij hebben het helemaal begrijpen. Deze aarde is geen plek voor mensen die zelfs als ze volwassen zijn nog een Sinterklaas nodig hebben. God schiep deze aarde, en trok zich terug. Hij houdt zielsveel van Zijn creatie, maar omdat Hij het overvloedige vertegenwoordigt, kan Hij niet tegelijktijd met ons bestaan. Wij vertegenwoordigen de imperfecte kant van God, en zodoende is God compleet perfect. Hij kan hier niet zijn, want Hij zou alles in zijn licht doen oplossen. Hij bestaat ver van ons vandaan, waar Hij wacht`, ging Ko verder. Hij keek me nog eens aan, en loste op in het niets.

`Koud hier, he!` zei Dozen. Ik knikte. Het was al half 5; een half uur later zou het donker zijn. We liepen langs de weg, en ik stak mijn duim op naar wie dan ook die voorbij kwam. Een auto met een gezin erin stopte. Drukke boel. `We gaan naar Wakayama, willen jullie mee`, vroeg de vader. Wij wilden de andere kant op. `Jammer, zeg! Nou, succes he!` zei de man, en hij reed weg. Een minuut later kwam hij terug. `Waar willen jullie naartoe?` vroeg hij. `In de richting van Kyoto` antwoordde ik. `Ik breng jullie de snelweg op, naar een service station. Kunnen jullie daar een goede lift te pakken krijgen`, zei hij. De kinderen werden van achterbank gehaald. Het dochtertje, ging op schoot bij mama. Het zoontje werd tussen Dozen en mij in geplaatst. We reden de berg af. `Ik heb vroeger zelf veel gelift. Veel mensen hebben mij toen geholpen. Ik heb altijd gedacht, ik zou zo graag eens iets terug doen. Wat is mijn en goed vandaag, zeg!` verhaalde de man. We reden de snelweg op, en passeerden wel 4 service stations voor hij besloot ons eruit te laten. Het was donker. Het zou lastig worden. We maakte een groot bord, met Kyoto erop. We gingen bij de uitgang staan. `Nou, dat gaat wel even duren, hoor!` zei ik tegen Dozen. Hij lachte. Een truck stopte recht voor mijn neus. Raampje ging open. `Kyoto? Spring er maar in!` zei een luide stem. Een echte trucker. Hij bracht ons helemaal het centrum van Kyoto in, op de hoek van ons hostel.

Dozen en ik praatte na. We ontwikkelden onze Bakunyuu filosofie. Ik legde hem dingen uit over Europese filosofie, en hij legde dingen uit over Zen Boeddhisme. `Jullie wijste man is Socrates. Hij begreep dat hij niks begreep. Zo is Zen ook. Je bestaat in uzu, dat is de draaikolk van het bestaan, en alles wat je denkt dat je er over weet is compleet nutteloze informatie. Je kunt proberen er dingen over te leren, maar het is beter om dingen af te leren. Je probeert goed te leven, zodat je een goed karma kunt oogsten. Simpelheid is de sleutel, want je kunt de effecten van je handelingen niet overzien. Alles wat je doet heeft effect op alles. De vleugelslag van een vlinder kan een tornado veroorzaken!` zei hij. Hij sprak zijn bewondering uit voor meerdere Christelijke heiligen, in het bijzonder Fransiscus. Ik introduceerde Diogenes, en Simone Weil. De laatste is redelijk onbekend, maar zij reduceert elke heilige voor haar tot een blinde idioot. En dan te bedenken dat ze stierf op 34 jarige leeftijd!

De dag na Kouyasan, kreeg ik de griep te pakken. Precies de dag na het einde van mijn pelgrimstocht; ook ik ben nu weer een normale sterveling, in de wereld van de mensen. Ik stak mijn duim langs route 1, maar gaf het snel op. Voelde me slecht. Boekte een ticket met de nachtbus. Kon in die bus niet slapen. Arriveerde compleet gesloopt om 6 uur `s ochtends in Tokyo. En Tokyo is niet hetzelfde meer. Ik vind het nu maar een lastige stad. Het is druk. Mensen zijn niet vriendelijk, ze helpen je maar enkel om het moet. Ik zag de Sky Tree, `s nachts. Als een UFO hing hij boven Tokyo. Wat een gestoord project. Je ziet hem echt van overal. Ik ga de 27e terug naar Mito. Heb geprobeerd om wat kaartjes te versturen naar de mensen die me gesponsord hebben maar volgens mij heeft het postkantoor een week vakantie. Gaat dus nog wel even duren. Besef me nu dat ik weer naar huis ga. Vreemd. Een jaar geleden was ik blij dat ik Japan mocht verlaten na 7 weken, maar nu kan ik er echt geen genoeg van krijgen. Misschien omdat ik nu begrijp wat hier aan de hand is. Ik heb enorm veel boeken gekocht, als ik thuis ben hoef ik me zeker niet te vervelen, in dat kamertje, in Rozenburg, in mini-Japan.